Open procedure voorste benadering

Open procedure voorste benadering

Bij de open procedure wordt een incisie gemaakt van 2-3 cm aan de voorzijde, rechts van het midden van de hals. Dit is momenteel de meest voorkomende chirurgische benadering. De spieren en anatomische structuren (grote bloedvaten, luchtpijp, slokdarm) worden aan de kant gehouden om toegang te krijgen tot voorkant van de wervelkolom. De tussenwervelschijf die de hernia veroorzaakt inclusief de hernia wordt volledig verwijderd. Deze procedure wordt uitgevoerd met een loepbril of microscoop.

Open procedure achterste benadering

Een incisie wordt gemaakt langs de lage (voelbare) doornuitsteeksels van de nek. De nekspieren aan de kant van de hernia worden losgemaakt van het wervelboogbot. Afhankelijk van de locatie van de hernia zal eventueel bot moeten worden weggehaald van de wervelboog en/of de gewrichtjes om het ruggenmerg en de uittredende zenuw vrij te leggen. Ook deze ingreep wordt gedaan gebruik makend van een microscoop.

Volledig endoscopische methode achterste benadering

Volledig endoscopische methode achterste benadering

Een kleine incisie (< 1 cm) wordt gemaakt net naast het doornuitsteeksel van het niveau waar de hernia zich bevindt. Een speciale endoscoop voor de halswervelkolom (dunner en korter) wordt ingebracht. Via deze endoscoop met geïntegreerd werkkanaal, kunnen smalle instrumenten en boortjes een toegang verschaffen tot een laterale hernia die in het foramen op de wortel drukt. Een continue, gereguleerde vloeistofstroom zorgt ervoor dat er een heel goed zicht is op het operatiegebied en overdruk op zenuwstructuren door irrigatievloeistof compressie voorkomen wordt.

Volledig endoscopische methode voorste benadering

Na het bepalen van anatomische oriëntatiepunten en onder röntgenologische controle wordt iets naast het midden aan de voorzijde van de hals een naald ingevoerd in de cervicale discus waar het probleem zit. Een intraoperatieve discografie wordt uitgevoerd met een mengsel van 0,5 ml contrastmiddel en indigokarmijn kleurstof om het hernia-kernweefsel te differentiëren tijdens decompressie onder endoscopisch zicht. Vervolgens wordt het speciale cervicale werkkanaal en de speciale cervicale endoscoop (maximaal 0.8 mm) geplaatst. De decompressie is klaar als er geen fragmenten van discusweefsel meer zichtbaar zijn met de cervicale endoscoop of als de durale zak zichtbaar is.